Kumite betekent vrij vertaald 'gevecht', (letterlijk:Kumi=bij elkaar brengen, ontmoeten,Te=handen), ofwel de handen c.q. vuisten ontmoeten. Voordat wordt begonnen met het aanleren het vrije gevecht (Jiyu kumite), start men gewoonlijk met de training van voorafgesproken gevechtsoefeningen (Yakusoku kumite), welke qua moeilijkheidsgraad afgestemd zijn op het niveau van de karate-ka, met name de variaties met uradori, uradori tenshin en uradori sabaki met barai.
Naast boven genoemde gevechtsvormen wordt binnen het trainingssysteem van Gokukai Karate-do nog een tweetal vormen beoefend namelijk: 'Kata Bunkai Kumite' en 'Tanren Kumite'. Bij de eerst genoemde vorm worden de toepassingen van de technieken welke in de verschillende kata voorkomen met partner beoefend. Hierdoor krijgt de karateka een duidelijk inzicht wat betreft de essentie van een kata.
Het 'Tanren Kumite' is opgebouwd uit een aantal specifieke oefenmethodes welke, naast het harden van onderarmen en polsen, zich richt op de ontwikkeling van het 'Goju Kumite'. Onderscheiden zoals: regulering van de ademhaling, spanning en ontspanning, centering van de acties (Tanden) opnemen en afleiden van kracht vormen een belangrijk onderdeel van deze oefenmethode. Zo kunnen we de volgende indeling maken:
Tanren Kumite
Kote Kitae
Kaishu Kote Uke
Kakete Kitae
Kote Uchi Kitae
Kuri Uke Kitae
Yakusoku Kumite
Ippon Kumite (Tenshin)
Ippon Kumite (Sabaki)
Kihon Yakusoku Kumite 1
Kihon Yakusoku Kumite 2
Nekoashi Dachi Kihon Kumite
Nekoashi Dachi Yonhon Kumite
Nekoashi Dachi Gohon Kumite
Nekoashi Dachi Roppon Kumite
Nekoashi Dachi Nanahon Kumite
Kata Bunkai Kumite
Gekisai Dai Ichi t/m Suparinpei
Jiyu Kumite
Heiko Dachi Kumite
Ippo Ido Kumite
Goju Kumite
Kyogi Kumite